Vorige week kreeg ik een heerlijk idee voor een nieuw boek. Vaak vragen mensen in mijn omgeving wat mij inspireert en net als de meeste schrijvers antwoord ik: alles. Een gesprek in de wachtkamer, een glimp van de opkomende zon achter de weilanden als ik in de file zit, een droom, een uitspraak, echt alles. Soms kan ik er iets mee, meestal zijn het gedachten die na een aantal dagen weer naar de achtergrond verdwijnen. Interessant, maar niet genoeg.
Stephen King heeft ooit gezegd dat goede ideeën blijven hangen, dat je ze niet hoeft op te schrijven. Dit verhaal blijft door mijn hoofd spoken. Dus schrijf ik het op.
Momenteel ben ik bezig met het creëren van de wereldbouw. Hoe ziet deze wereld eruit, letterlijk, maatschappelijk en sociaal. Ik weet nog niet goed waar het thuis hoort. Het heeft historische elementen, maar ook hedendaagse. Een fantasie wereld die veel op de onze lijkt, maar toch anders is. Natuurlijk heeft deze wereld een magisch element. Toen ik begon met schrijven nog niet, maar sinds gisteren is dit veranderd.
Als ik begin met het schrijven van een boek, zit ik veel in mijn hoofd (sorry, je moet vragen echt drie keer stellen voordat ik antwoord geef). Het boek moet zich als het ware vormen in mijn hoofd, net als de personages. Wie zijn ze, wat zijn hun motivaties, achtergrond, interesses? Wat is het conflict?
Op die manier voed ik de honger van mijn geest naar informatie om het beeld compleet te maken, om het dossier van mijn nieuwe boek te vullen.
Het is een mooi proces, mijn favoriete onderdeel van het schrijven van een boek. Ontwikkelen, bedenken, aanpassen en die aaah, natuurlijk momenten, ze geven mij nieuwe energie. De energie die ik nodig heb om mijn derde boek te schrijven.