We staan aan de vooravond van een grote verschuiving, een regelrechte revolutie die ons bestaan zal veranderen. Ik heb het gevoel dat we middenin een allesbepalend moment zitten zoals destijds met de lancering van het world wide web. We zagen toen enkel de voordelen en vonden het huiverig interessant, maar tegelijkertijd hadden we nog niet genoeg informatie om de totale impact te zien die het op ons leven zou hebben. Dat gevoel heb ik nu ook.

Deze week kwam de WGA met een statement over Artifical Intelligence en dan met name AI gegenereerde tekst. Het is een wapen in de strijd van mens versus machine. Inmiddels gebruiken 1 op de 3 mensen in mijn omgeving ChatGPT voor het schrijven van blogs, non-fictie boeken en is er een begin gemaakt met het maken van fictieverhalen en filmscripts. De discussies laaien op op social media. Schrijvers proberen elkaar te overtuigen dat een AI nooit een verhaal kan genereren zoals een mens dat kan, komen met voorbeelden en dringen aan op regelgeving die hun ambacht beschermd. Hoe realistisch is dit? Is het de aarde is plat en altijd al geweest houding die ons straks parten gaat spelen? Of hoeven we ons echt geen zorgen te maken dat we vervangen worden en straks werkeloos moeten toezien hoe AI in een fractie van een seconde een betere tekst weet te produceren?
Vooruitgang houd je niet tegen. Kijk naar de geschiedenis. De melkboer is er niet meer, de hoefsmid ook niet en zo zijn er zoveel meer voorbeelden te noemen van ambachtelijke beroepen die door machines zijn vervangen. Triest. Ja. Doen we er iets aan? Nee. Ook al erkennen we dat menselijke ambacht beter is en onze voorkeur heeft, uiteindelijk kiezen we toch voor de makkelijkste en minst dure oplossing. Geen nieuwe zolen onder de schoenen, maar compleet nieuwe. Alleen versgebakken brood van de bakker met Kerst en de rest van het jaar de eenheidsworst van de supermarkt.

De geest is uit de fles en we kunnen alleen maar toekijken hoe het zich ontwikkelt. Met de open AI en de toegang die het nu heeft tot internet, ontwikkelt AI zich razendsnel. Ik hoop ook dat het de mens nooit kan vervangen, dat het gezien moet worden als een tool en niet als een vervanging van. Maar het is meer angst dan wijsheid dat hier spreekt. Ik zie het tempo waarin AI zich ontwikkelt. Sinds de invoering van MidJourney heb ik een abonnement. Het is geweldig welke creaties ik kan maken met een prompt (steekwoorden), maar tegelijkertijd geeft het ook een ongemakkelijk gevoel. Ik heb niet de voldoening die ik heb als ik het van nul af aan creëer. Misschien is het door de snelheid waarmee dit gebeurt, misschien omdat ik een AI nodig heb om dit te kunnen creeeren waardoor het niet helemaal eigen voelt. Hoe dan ook, er wringt iets. Of diegene die de art voor het eerst ziet dat ook heeft, weet ik niet. Ik ben niet meer in staat om ‘echt’ van AI te onderscheiden. Misschien kenners wel, maar het overgrote deel van het publiek zal het verschil niet zien. Zo zal het ook gaan met boeken ben ik bang.

Waar ik me zorgen over maak is de hoeveelheid content (en dat kan in iedere vorm zijn: boeken, films, art etc.) die straks wordt geproduceerd. Want het is mooi als je een boek in een dag kunt schrijven, maar zijn er dan nog wel mensen die je boek kunnen lezen? Die ontwikkeling zie je nu al. De laatste jaren ligt de focus op kwantiteit in plaats van kwaliteit, mede door komst van Amazon. Vooral in de indie business zie je dit gebeuren, het is goed voor het Amazon algoritme en om op te boxen tegen de grote uitgeverijen met meer geld voor marketing en zichtbaarheid in de boekwinkels. Maar ik als lezer ben niet sneller gaan lezen. Er zijn ontwikkelingen als audioboeken, waarbij je en kunt strijken, koken of wat dan ook en een boek kunt luisteren. We hebben streamingsdiensten gekregen waarbij we op ieder moment van de dag kunnen kiezen uit tientallen nieuwe films en series. Maar die ontwikkelingen om content op te nemen is niet zo hard gegaan als de hoeveelheid content die er iedere dag beschikbaar komt. Ik weet af en toe niet wat ik moet lezen of kijken, omdat het aanbod zo groot is en mijn omgeving ook niet altijd met mij op een lijn zit (uitzonderingen daargelaten, zoals gehypte series en boeken). ‘O, die heb ik vorig jaar al gezien,’ en ‘Ik heb geen Disney Plus, dus niet gezien.’ Waar je vroeger tijdens het koffiehalen op maandagochtend een praatje kon maken over de laatste aflevering van een loeigoeie serie, zijn we nu niet collectief meer aan het kijken, en beoordelen, maar individueel. En ik vind het een gemis.
Mijn mailbox puilt uit van de creatieve nieuwsbrieven met links naar lange blogs, video’s, uitnodigingen voor summits waarbij je in een dag of twee overspoeld wordt met workshops en content van tientallen experts… Mijn hoofd duizelt ervan. Hoe breng ik het geleerde in de praktijk? Het komt alleen maar binnen. En ik merk dat mijn beleving, de emotionele reactie, of dat nu blijheid, verdriet of boosheid is, steeds meer afzwakt. We raken eraan gewend. We zijn content moe.
Aan de andere kant zijn er ook de voordelen van AI, neem spellingscorrectie en vertalen. AI uitsluiten is je kop in het zand steken en jezelf tekortdoen.

Hoewel ik als schrijver het statement van WGA van harte toejuich, denk ik dat het water naar de zee dragen is. Wij als mensen, community, zullen met AI om moeten leren gaan. Ja, er zullen beroepen verdwijnen, ambachten die we eens koesterden zullen zeldzaam worden. Maar het zal ons ook iets brengen. Misschien een genezing tegen kanker, misschien een doorbraak in technologie of het universum of gewoon meer tijd om bijvoorbeeld met de kinderen of vrienden door te brengen.
Voorlopig blijf ik ambachtelijk schrijven. Niet uit protest, maar omdat het mij een goed gevoel geeft. Ik heb iets gecreëerd dat van mij is. Ook al duurde het schrijven van deze blog een uur, het is mijn mening, mijn tekst, met zijn fouten en kromme zinnen, maar puur natuur Oli!