Ik heb meer ideeen dan tijd om te schrijven. Momenteel liggen er tien verhalen in de denkbeeldige lade en heb ik een stuk of vijf potentiele verhalen die uit kunnen groeien tot een boek en/of serie. Fijn, zul je zeggen, dan ben je nog wel even bezig. Dat klopt. Ik zou ieder uur van de dag kunnen schrijven, maar zo’n schrijver ben ik niet. Ik heb namelijk ook tijd nodig om te plotten, personages uit te werken en het verhaal te laten groeien. Ik zal het even uitleggen.
De ideeen zijn er, maar dat wil nog niet zeggen dat het verhalen zijn of dat ik het boek kan schrijven. Nu ben ik iemand die kan beginnen met schrijven zonder dat het verhaal van A tot Z bekend is, en ook al is het dat wel, dan kan het verhaal nog zodanig veranderen dat het compleet anders wordt als ik vantevoren heb uitgedacht.

Maar een idee is nog geen verhaal. Het is een begin. Ik leg het uit aan de hand van een voorbeeld. Dit is bijvoorbeeld een idee: Wat als er een geheime organisatie is die naast de onze leeft? Wij weten niet van hun bestaan of van hun praktijken. Ze hebben geheime lokaties en alles wat we kennen van fantasyboeken blijkt waarheid te zijn.
Nou. Dat is best een leuk idee, maar om te gaan schrijven heb je een hoofdpersonage nodig die iets wil, een doel, een wens, noem het maar op, maar de drang om dat te bereiken, hebben of te verkrijgen is zo groot dat het interessant wordt. Denk aan Frodo en de ring, denk aan Katniss en haar moeder en zusje. Dat doel kan in het begin anders lijken (Katniss wil haar zusje beschermen), maar uitmonden in een totaal ander doel (overleven). Wat het ook is, de hoofdpersoon is bereid om diep te gaan om dat doel te bereiken.
Goed. We hebben een idee, een hoofdpersoon en iets wat diegene graag wil. Stel, je wilt iets en door een muisklik zal het de volgende dag met de post in je brievenbus liggen. Dat is een saai verhaal. Om het wat spannender te maken voegen we een conflict toe, want een conflict, en dat is geen gevecht of woordenwisseling, maar een obstakel, iets wat de hoofdpersoon belemmert om zijn of haar doel te bereiken, maakt het verhaal. Nido in de Orde van de Poortwachters wil bijvoorbeeld terug naar haar ouders, naar haar oude leventje. Door haar steeds te belemmeren dat doel te bereiken ga je meeleven met wat ze allemaal meemaakt en wil je weten wat er nog meer gebeurt en of het haar lukt dat doel te bereiken.

Om dat conflict goed neer te zetten, moet je dus met de hoofdpersoon meeleven. Je moet je betrokken voelen en die drang en die teleurstelling bijna zelf voelen als het weer niet lukt. Je moet je hoofdpersoon zo realistisch mogelijk maken en allesbehalve perfect. Superhelden zijn vaak slank en sportief. Wat als er een keer een ander soort held komt, iemand van wie je het niet verwacht? Het mollige buurmeisje of de slungelige buurjongen die iedere avond de vakken vult? Dan wordt het interessant, want om een held of strijder te zijn, moet je fysiek sterk zijn en wat als je dat niet bent? Tja, dan wordt het moeilijk. En dat is juist interessant om te lezen. Want het zou zomaar kunnen zijn dat jij daar terecht komt, en hoe zou het jou vergaan? Waarschijnlijk wordt het net zo’n martelgang. Dus moet je veranderen, dat kan fysiek, maar zeker ook mentaal. Nido denkt dat ze het niet kan, maar niets is onmogelijk en met doorzettingsvermogen en een flinke dosis overtuiging kom je er ook.
Er is dus een innerlijk conflict die de hoofdpersoon moet overwinnen. De hoofdpersoon moet vaak veranderen om zijn of haar doel te bereiken en dat zal niet zomaar gaan. Kijk naar jezelf. Gewoontes of bepaalde overtuigingen ben je niet zomaar kwijt. Vaak loopt hij of zij steeds tegen zijn of haar tekortkomingen aan, is het vallen en opstaan. Om dat doel te kunnen bereiken moet er iets van binnen veranderen of moet hij of zij een bepaalde overtuigingen overboord gooien om te kunnen veranderen in de persoon die dat doel kan bereiken.
Doordat je als lezer je kunt inleven in hoe erg het moet zijn om in zo’n wereld terecht te komen als je het liefste met je neus in de boeken zit, voel je je verbonden met de hoofdpersoon en wil je weten hoe dit afloopt. Je roept als schrijver dus een bepaalde emotie op die heel veel mensen zullen herkennen, waardoor je je sneller identificeert met een persoon (heimwee – Outlander, bescherming – Katniss). Emotionele binding is dus erg belangrijk. Ik maak het mijn hoofdpersonen graag flink moeilijk, gooi torenhoge uitdagingen naar hem of haar toe en laat ze hard werken. Daarmee laat ik als schrijver zien wie ze zijn en waar ze voor staan en voelt de overwinning/climax voor de lezer op het einde nog meer als een euforie.
Simpel? Nee, verre van dat. Als schrijver moet ik je aandacht ook nog eens bijna vierhonderd pagina’s vasthouden, moet het spannend zijn, maar moeten er ook rustige momenten zijn, zodat je als lezer letterlijk even op adem kunt komen. Daar komt het talent en de kennis van de schrijver om de hoek kijken en zal de schrijver scenes moeten bedenken die toewerken naar de climax op het einde van het boek, zodat jij als lezer waar voor je geld krijgt en ik als schrijver mijn belofte die ik in het begin van het boek doe, waar maak. Werk aan de winkel dus.
Het probleem met al die ideeen is: waar begin ik mee? Welk boek laat ik nog even liggen en welk boek pak ik op en ga ik afschrijven? Ik merk dat mijn interesse de afgelopen maanden veranderd is. Hunkerde ik eerst naar een goede fantasy of dystopian, nu heb ik behoefte aan feelgood en romantische verhalen. Zo werkt het ook met schrijven, ik neig nu meer naar romantische verhalen dan een keiharde fantasy.
Gelukkig is het laatste deel van de Orde van de Poortwachters een combinatie van beide dis daaraan (her)schrijven was geen straf. Maar het schijnt wel een licht op een ander dilemma dat ik heb. Moet ik mij als schrijver binden aan een enkel genre? Qua branding is dit het makkelijkste, maar ik hou ontzettend van afwisselen. Fantasy, horror, romantisch, historisch, feelgood. Ik vind het heerlijk om divers te schrijven. De rode draad in al mijn verhalen is de liefde, dus misschien moet ik mij niet fantasy schrijver of feelgood schrijver noemen, maar gewoon schrijver van romantiek en spanning.

De wereld schreeuwt om diversiteit, maar in branding moet je dat juist niet zijn, omdat je dan verwarring schept. Iemand die een boek van mij heeft gelezen, neem bijvoorbeeld De Orde van de Poortwachters, en die pakt een volgend boek, bijvoorbeeld een historische roman, die mist misschien het stukje verwondering. Iemand die een historisch verhaal van mij heeft gelezen en aan de Poortwachters serie begint zal misschien juist schrikken van die vreemde wezens en werelden, ook al zit er behoorlijk wat historische details over het oude Rome erin verwerkt. Daarom is het belangrijk dat je jezelf als auteur in een jasje stopt die herkenning oproept. Gelukkig hebben we als schrijver een nooduitgang: een pseudoniem.
Dus kijk er niet van op als je binnenkort een boek leest en denkt, goh, die schrijfstijl lijkt wel op die van Oli Veyn, want het zou zomaar kunnen dat…
Is het voor jou belangrijk dat een schrijver zich houdt aan een bepaald genre?